“Schoenmaker, blijf bij uw leest.” Het klinkt misschien vreemd, maar hetzelfde kan gezegd worden voor honden. Omdat pure hondenrassen door de jaren heen zijn ‘geperfectioneerd’, als het geoorloofd is het op die manier uit te drukken, om voor bepaalde doeleinden te dienen, is het vanzelfsprekend dat deze honden veel beter zullen presteren als ze een aangepaste training krijgen. Net zoals u aan een slager niet zou vragen om een taart voor u te bakken, zo mag u ook geen dingen van uw hond verwachten die hij omwille van zijn ras niet kan uitvoeren. Dit zou enkel frustraties met zich meebrengen en de relatie tussen de eigenaar en zijn hond grote schade toebrengen.

Voor welke specifieke activiteiten worden deze dieren nu getraind? In het volgende artikel zullen we enkele rastypes en hun eigenschappen bespreken teneinde u een beter idee te geven van wat uw hond allemaal kan en wat u nu net niét van hem mag verwachten. We zullen beginnen met de categorie jachthonden, waar we het in ons vorige artikel al uitgebreid over hadden, en haar subcategorieën.

Zoals we al zeiden is de functie van de jachthond over de jaren maar weinig veranderd. Hun job is de prooi uit zijn schuilplaats te jagen en bij zijn meester te brengen nadat het geschoten is. Toch kunnen we zelfs onder de jachthonden nog onderscheid maken, en hoewel het mogelijk is een bepaald ras voor verschillende jachttypes in te zetten, is dit niet altijd het beste voor het dier zelf. We kunnen de jachthonden onderverdelen in drie subcategorieën:

Ten eerste zijn er waterhonden, zoals de labrador retriever, die vooral worden ingezet bij de jacht op watervogels en die zich goed kunnen bewegen in drassige, moerasachtige streken.

De vogelhonden, zoals de Ierse setter en de pointers, voelen zicht beter thuis op het land, hoewel zowel waterhonden als vogelhonden tot op zekere hoogte voor beide jachttypes kunnen worden ingezet.

Ten slotte zijn er ook nog de speurhonden, waartoe alle zogenaamde ‘hounds’ behoren. Ze staan bekend om hun doorzettingsvermogen en hun uitzonderlijk sterk ontwikkeld reukvermogen. Deze honden zijn erg geschikt voor de jacht over lange afstanden of voor de jacht op nachtdieren, zoals wasberen of buidelratten, die tijdens hun vlucht lange afstanden kunnen afleggen.

De volgende groep bestaat uit de zogenaamde schoothonden of huishonden. Deze zijn over het algemeen kleiner dan de honden die worden gebruikt in de jacht of bij het werk en ze zijn sociaal van karakter. Ze zijn goed in het snel opnemen van trucjes als opzitten of ‘spreken’ (blaffen op commando), evenals het apporteren van kleine voorwerpen. Sommige eigenaars vinden het leuk hun huisdier hondenpakjes aan te trekken voor speciale gelegenheden en op feestdagen, en deze hondjes lijken hier zelf ook best tevreden mee. Tot deze groep behoren onder andere de chihuahua, de pekinees en de poedel.

Nog een andere categorie zijn de werkhonden. Deze dieren zijn erg prestatiegericht en hebben hier dan ook de lichaamsbouw voor. Ze worden onder andere gebruikt bij politieacties, militaire operaties, op boerderijen om groot vee te hoeden en in besneeuwde gebieden als sledehonden. Ook drugshonden en blindengeleidehonden behoren tot diezelfde klasse. Deze honden werken hard en willen hiervoor ook gerespecteerd worden. De Duitse herder en de malamute, die lijkt op een husky, zijn voorbeelden van werkhonden.

Sommige hondenrassen worden ingezet voor andere doeleinden dan waar ze oorspronkelijk voor werden gebruikt, omdat ze zijn overgebracht naar andere gebieden. In België bijvoorbeeld is de labrador retriever net zo vaak gewoon een gezinshond als een jachthond. Hou tijdens de training dus niet alleen rekening met het ras van uw hond, maar ook met het gebied waarin u woont en bedenkt of het wel nodig is dat uw hond een bepaalde vaardigheid beheerst in uw woonomgeving.